De producten die KLIMAP op zal leveren bestaan uit:

  • een menukaart met beschikbare en nieuwe kennis over de effectiviteit en haalbaarheid van adaptatiemaatregelen;
  • procesbeschrijvingen die op hoofdlijnen weergeven hoe ontwikkelpaden te ontwerpen voor de langere termijn;
  • een overzicht van tools en instrumenten die helpen bij het maken van onderbouwde keuzes in het proces.

Als kapstok wordt een routekaart ontwikkeld die structuur geeft aan het gehele proces en die de verschillende KLIMAP-producten met elkaar verbindt. De routekaart is een hulpmiddel voor de regio om de transitie naar klimaatbestendigheid richting te geven. De routekaart is in volle ontwikkeling tijdens de looptijd van KLIMAP. Want door nieuwe inzichten uit de proefgebieden of door nieuwe kennis elders, worden de producten gedurende het project aangevuld, aangescherpt of verbeterd. Deze website informeert u over de laatste stand van zaken hierin. Kom daarom regelmatig even een kijkje nemen.

Deze stap leidt tot inzicht in de fysieke kenmerken van een gebied, de effecten van klimaatverandering en relevante sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen. Ontstaan er problemen rondom verdroging of met de aanvoer of afvoer van water? Wat betekent dit voor het ruimtegebruik, nu en in de toekomst? Denk bijvoorbeeld aan woningbouw, landbouw of natuur? Wat zijn de wensen en ambities van belanghebbenden?

Het is meestal voldoende om eerst op hoofdlijnen de essentie te bepalen van de kenmerken en ontwikkelingen in een gebied. Begin zoveel mogelijk op basis van bestaande informatie, aangevuld met de expertise van verschillende deskundigen. De contextbepaling kan gedurende het ontwikkelpadenproces stapsgewijs worden verfijnd. Voor het afwegen van routes of maatregelen bijvoorbeeld, is het misschien nodig om aanvullende vragen te beantwoorden.

In deze stap werken we toe naar mogelijke toekomstbeelden voor het gebied, uitgezet langs een as van robuustheid en veerkracht. Ook brengen we in beeld hoe het water- en bodemsysteem reageert op trends en gewenste ontwikkelingen: waar zitten de kwetsbaarheden in het bodem- en watersysteem?.

We onderscheiden de volgende scenario’s:

  • autonome scenario’s: scenario’s op basis van te verwachten trends;
  • normatieve scenario’s: scenario’s op basis van leidende principes en;
  • richtinggevende toekomstbeelden: een combinatie van voorgaande scenario’s.

In deze stap van de routekaart is ook aandacht voor onzekerheden. Onzekerheden in veranderingen van het klimaat, in bodem- en watergebruik en in het systeemgedrag. Maar ook het gegeven dat er verschillende maatschappelijke voorkeuren en perspectieven bestaan is van belang. We brengen met elkaar in beeld wat de mogelijke impact is van deze onzekere gebeurtenissen op de scenario’s.

Middels de autonome scenario’s krijgen we de bandbreedte van de mogelijke toekomsten in beeld. In de normatieve scenario’s wordt vol ingezet op de belangrijkste leidende principes. Het levert zogenaamde droombeelden op die kunnen inspireren. De richtinggevende toekomstbeelden zijn een combinatie van beide scenario’s en een resultante van gesprekken tussen betrokkenen in het gebied over de lange termijn toekomst.

Met welke maatregelen kunnen we het gebied inrichten voor de toekomst volgens de wensbeelden uit stap 2? Wat kunnen we doen met gewassen die tegen natheid en droogte kunnen, die water kunnen zuiveren en de bodem verbeteren? Met welke vormen van beregening en drainage kunnen we water vasthouden, afvoeren en het grondwater aanvullen?

Deze stap kent een tweeledig doel: (1) het inventariseren van de mogelijkheden en (2) de potentie als oplossingrichting voor het gebied verkennen.

Ontwikkelpaden zijn mogelijke routes naar de toekomst opgebouwd uit sequenties van (pakketten van) maatregelen om een langetermijnvisie of toekomstbeeld mogelijk te maken. We spreken hier nadrukkelijk van mogelijk maken en niet van behalen. Immers er zijn altijd onzekerheden die verwachte situaties of ontwikkelingen kunnen stimuleren of juist afremmen. Afhankelijk van de daadwerkelijke verandering in de omstandigheden zijn (pakketten van) maatregelen eerder of later aan de orde. Lees hier meer over het concept van ontwikkelpaden

Bij het schetsen van ontwikkelpaden binnen KLIMAP gaat het om paden die zoveel mogelijk bijdragen aan het klimaatrobuust maken van een gebied. Daarnaast is binnen KLIMAP voor gekozen het begrip veerkrachtig hier aan toe te voegen.

Het ontwerpen van ontwikkelpaden is een proces waarbij rekening wordt gehouden met onzekerheden in de toekomst en waarbij het mogelijk is om keuzes te maken voor de korte termijn in het licht van de zich onzeker ontvouwende toekomst. Hierbij worden kritische momenten geïdentificeerd waarop het logisch is om van pad te veranderen, doordat bijvoorbeeld een bepaalde ontwikkeling dreigt vast te lopen, een doelstelling niet langer gehaald kan worden of niet meer wenselijk wordt geacht door stakeholders op dat moment, of juist omdat er een situatie ontstaat waardoor het gemakkelijker wordt om dingen anders te doen. Deze kritische momenten worden ook wel ‘knikpunten’ genoemd en worden voorafgegaan door ‘beslispunten’.

Het resultaat van het ontwikkelpaden proces zijn verschillende ontwikkelpaden om een toekomstbeeld mogelijk te maken. De in beeld gebrachte beslispunten, uitgezet in de tijd, maken het voor partijen mogelijk om adaptief te opereren.

Uiteindelijk wil je in een gebiedsproces tot een keuze komen ten aanzien van het inzetten van maatregelen of juist het afbouwen van maatregelen. Hierbij kunnen de geschetste ontwikkelpaden worden gezien als kompas. Echter het belangrijkste is dat de eerste stap gedragen wordt en dat met de keuze hiervoor meerdere mogelijke toekomstige paden open blijven. Om een goede afweging te maken kunnen de ontwikkelpaden aan een aantal criteria worden getoetst. Hieronder beschrijven wij er vier, maar dit is geen uitputtende opsomming:

  1. Waardering van kosten baten: deze kunnen kwalitatief en kwantitatief in kaart worden gebracht. Belangrijk hierbij is om de eerder genoemde leidende principes hier nadrukkelijk in mee te nemen.
  2. Klimaat robuustheid en veerkracht: hoewel deze begrippen moeilijk zijn te kwantificeren is het wel goed mogelijk (met de juiste introductie van wat er onder valt) er in kwalitatieve termen van vergroten of verkleinen (++, +, 0, -, --) over te spreken.
  3. Implementatie (uitvoerbaarheid): dit criterium is belangrijk omdat dit het belang benadrukt van zowel kennis aspecten als politieke, maatschappelijke als organisatorische haalbaarheid bij het creëren van duurzame oplossingen.
  4. Doelstapeling: soms ook wel benoemd als meekoppelkansen, is een laatste criterium. Hierbij worden maatregelen gecombineerd met andere acties of doelen. Denk aan het integreren van klimaat adaptieve maatregelen in bestaande activiteiten, zoals beheer en onderhoud van de openbare ruimte, of dat maatregelen niet alleen een adaptatiedoel dienen, maar ook andere doelen, zoals recreatie of biodiversiteit.

Binnen de tijdspanne van het project is binnen KLIMAP niet geëxperimenteerd met het maken van afwegingen die ook daadwerkelijk in de praktijk zijn uitgevoerd.

 

Implementatie is gericht op de aspecten van de implementatie van de maatregelen waaruit de ontwikkelpaden zijn opgebouwd. Hierbij gaat het om implementatie van (pakketten van) maatregelen op gebiedsniveau, dus in het kader van het gebiedsproces en daarmee dus om de besluiten en de uitvoerbaarheid van de besluiten. Het gaat dus nadrukkelijk niet om de technische aanleg van systemen op perceel niveau. Wel maakt beheer en onderhoud ook onderdeel uit van implementatie. Dit om te voorkomen dat er uiteindelijke maatregelen worden gerealiseerd waarvan de realisatie relatief eenvoudig lijkt maar beheer en onderhoud niet uitvoerbaar zijn. Deze stap in de routekaart is zowel gericht op het proces van implementatie tussen actoren als op samenwerking en afstemming tussen afdelingen binnen organisaties.

In het kader van deze stap in de routekaart is binnen KLIMAP wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het thema opschaling. Opschaling gaat in de breedste zin over de maatschappelijke acceptatie en uitvoering van nieuwe ideeën, technologieën, maatregelen en manieren van doen. We onderscheiden hier twee perspectieven. Ten eerste het technisch ruimtelijk perspectief: hier gaat het bijvoorbeeld om vragen of er wel voldoende water is om een waterbeheermaatregel op meerdere percelen in te zetten. Ten tweede het sociaal-maatschappelijk perspectief: hierbij gaat het om vragen zoals welk beleid nodig is voor het opschalen van nieuwe technieken van bodemverbetering? Passen  nieuwe maatregelen in de huidige bedrijfsvoering van een agrariër?

Centraal bij ontwikkelpaden staat een adaptieve benadering – het aanpassen van de paden op basis van monitoring resultaten, het overstappen tussen ontwikkelpaden en het aanpassen van de paden. In het hart van deze benadering liggen monitoren en evalueren. Hierbij is het belangrijk dat het monitoren bij ontwikkelpaden draait om leren en niet om afrekenen en dat evalueren in dit geval gaat om bijsturen. Vaak is het zo dat monitoren vooral aan het fysisch systeem wordt gekoppeld: grondwaterstanden, natuur, waterkwaliteit etc. Monitoren bij ontwikkelpaden gaat verder en omvat ook maatschappelijke aspecten zoals beleidsveranderingen, economische ontwikkelingen en maatschappelijke veranderingen die impact hebben op ruimtegebruik.

 

Uitgelicht

In Nederland werken we al enige tijd aan nieuwe aanpakken voor gebiedsontwikkeling die beter aansluiten bij de kenmerken van bodem, water en natuur. KLIMAP is één van die projecten. Onderzoekers hebben daar samengewerkt met ondernemers en mensen van waterschappen en provincies op de hoge zandgronden.

Tijdens ons werk merkten we dat niet elke regio al even ver is met de ontwikkeling van klimaatrobuuste oplossingen. Wat drijft deze lange termijn transformatie? Wat houdt haar tegen? Nieuwsgierig naar de oorzaken en de rol van KLIMAP hierbij, spraken we met mensen uit Noord-Brabant en Limburg. Wat uit die gesprekken kwam, was bijzonder interessant!

Op 21 maart 2024 vond de eindbijeenkomst van het project KLIMAP plaats in Het Koelhuis in Zutphen. Een impressie van het programma en de opbrengst van de parallelle sessies die in de middag hebben plaats gehad zijn terug te lezen en zien in dit verslag. Mocht dit aanleiding geven voor nadere toelichting, dan kan je contact met ons opnemen via het contactformulier.

Welke invloed heeft klimaatverandering op bodem en water van de hoge zandgronden? En hoe kunnen we die kennis gebruiken om het buitengebied klimaatbestendig te maken? Dat onderzochten 23 partijen samen in het vierjarige programma KLIMAP. Op 21 maart 2024 kwamen ze bijeen om de resultaten te delen.