In deze stap werken we toe naar mogelijke toekomstbeelden voor het gebied, uitgezet langs een as van robuustheid en veerkracht. Ook brengen we in beeld hoe het water- en bodemsysteem reageert op trends en gewenste ontwikkelingen: waar zitten de kwetsbaarheden in het bodem- en watersysteem?.

We onderscheiden de volgende scenario’s:

  • autonome scenario’s: scenario’s op basis van te verwachten trends;
  • normatieve scenario’s: scenario’s op basis van leidende principes en;
  • richtinggevende toekomstbeelden: een combinatie van voorgaande scenario’s.

In deze stap van de routekaart is ook aandacht voor onzekerheden. Onzekerheden in veranderingen van het klimaat, in bodem- en watergebruik en in het systeemgedrag. Maar ook het gegeven dat er verschillende maatschappelijke voorkeuren en perspectieven bestaan is van belang. We brengen met elkaar in beeld wat de mogelijke impact is van deze onzekere gebeurtenissen op de scenario’s.

Middels de autonome scenario’s krijgen we de bandbreedte van de mogelijke toekomsten in beeld. In de normatieve scenario’s wordt vol ingezet op de belangrijkste leidende principes. Het levert zogenaamde droombeelden op die kunnen inspireren. De richtinggevende toekomstbeelden zijn een combinatie van beide scenario’s en een resultante van gesprekken tussen betrokkenen in het gebied over de lange termijn toekomst.

  1. Het nadenken over scenario’s en het schetsen van toekomstbeelden helpt om de opgaven te concretiseren wat betreft benodigde aanpassingen;
  2. Deze aanpak zorgt voor een gedeelde perceptie van onzekerheden in het gebied. De korte termijn opgaven en belangen kunnen vervolgens (beter) vanuit een breder en gezamenlijk perspectief worden beoordeeld.
  3. Het gesprek over toekomstbeelden en normatieve scenario's helpt deelnemers te reflecteren op hun eigen aannames en stimuleert het transformatief denken.

Om de regio te helpen bij het proces om te komen tot richtinggevende toekomstbeelden die anticiperen op te verwachten en na te streven veranderingen zien we een flexibel, gebiedsspecifiek in te vullen iteratief proces voor ons dat uit een aantal herkenbare onderdelen bestaat. De opeenvolgende cycli van dit proces werken van grof naar fijn. Dat wil zeggen: van bovenregionaal naar lokaal en van verkennend naar concreet. Afhankelijk van het gebied en het gebiedsproces kunnen het volledige proces dan wel onderdelen worden toegepast. De onderscheiden stappen zijn:

  • Met te verwachten trends brengen we de bandbreedte in beeld
  • Van leidende principes naar droombeelden
  • Integratie tot richtinggevende toekomstbeelden