Met te verwachten trends de bandbreedte in beeld

Doel van deze stap is om het gesprek op gang te brengen over noodzakelijke aanpassingen en toekomstbeelden en een opening te bieden voor de discussie over noodzakelijke en gewenste regionale transities. Uitgaande van de huidige context wordt het blikveld verruimd naar de toekomstige ruimte van het speelveld. Welke klimatologische en sociaaleconomische ontwikkelingen en trends zijn te verwachten? En wat is de impact ervan op de robuustheid en veerkracht van het gebied? Dit kan worden gefaciliteerd door mondiale en landelijke scenario’s als ingang te gebruiken. Deze (niet door het regionale proces te beïnvloeden) trends zijn concreet doorgerekend met modellen en de resultaten zijn beschikbaar om op daartoe geëigende manier in gebiedsprocessen te worden benut. Met de betrokken stakeholders wordt vervolgens een vertaalslag gemaakt naar het specifieke gebied. Welke trends zijn bruikbaar en van toepassing? En welke combinaties van ontwikkelingen beschrijven de plausibele uitersten van mogelijke toekomstige situaties in het gebied? 

Resultaat zijn enkele autonome scenario’s die de bandbreedte van mogelijke toekomstige situaties in het gebied in beeld en tekst beschrijven. Elk scenario bevat:

  • een tijdlijn, waarin de veranderingen wat betreft landbouw, natuur, energie, wonen en eventuele andere relevante aspecten in de tijd worden gezet;
  • een ruimtelijke schets van toekomstig landgebruik van het gebied met een (kwalitatieve) analyse op de impact;
  • een verhaallijn met pakkende titel.

 

Van leidende principes naar droombeelden

Het doel van het formuleren van droombeelden of normatieve scenario’s is om het proces over de transitie of transformatie van (gedeelten) van het landelijke gebied een nieuwe impuls te geven. De nadruk ligt hier op het bieden van inspiratie en niet op het denken vanuit een bepaald stakeholdersbelang. Uit recente studies blijkt dat het vaststellen van normatieve scenario’s helpt om meer in kansen en (lange termijn) oplossingen te denken en daarmee de korte termijn conflicten tussen stakeholders te kunnen overstijgen. Daarbij wordt veel gebruikt gemaakt van de methode van ontwerpend onderzoeken met een sterke nadruk op het visualiseren van knelpunten en oplossingen.

Allereerst worden voor het gebied de leidende principes geformuleerd. De principes kunnen regionaal verschillen en kunnen zelfs gebied specifiek zijn. Als eerste bron kan gebruik worden gemaakt van de leidende principes, gepresenteerd in de KLIMAP-menukaart. Ook de resultaten uit de autonome scenario’s kan helpen in het definiëren van de leidende principes. Tot slot kunnen de leidende principes worden opgehaald en vastgesteld middels gesprekken met stakeholders en gebiedskenners. Voor een meer integrale benadering van de inrichtingsproblematiek in het landelijk gebied zouden ook principes op het gebied van economie, stedelijk ontwikkeling, energie etc. meegenomen kunnen worden.

Vervolgens worden de gekozen leidende principes vertaald naar ruimtelijke droombeelden of normatieve scenario’s. Deze normatieve scenario’s geven aan hoe het landelijke gebied er op een bepaald tijdstip uit zou kunnen zien, hoe de landbouw, de natuur en de bebouwing zich daarin ontwikkelt en welke technische en bestuurlijke maatregelen daarvoor nodig zijn. De KLIMAP-menukaart kan als inspiratie en/of als kennisbank bij dit proces worden gebruikt. Er mogen ook maatregelen worden opgenomen die technisch niet (uit)ontwikkeld zijn, waar huidige wet- en regelgeving niet op aansluiten of waarover nog geen consensus is met de stakeholders. Het proces mag/moet hierin nadrukkelijk schuren. 

Tot slot worden de normatieve scenario’s uitgewerkt tot ruimtelijke schetsen van toekomstig landgebruik van het gebied met een (kwalitatieve) analyse op de effectiviteit. Mochten inrichtingsvarianten niet voldoende effectief blijken, dan kunnen deze worden aangepast.

 

Integratie tot richtinggevende toekomstbeelden

Toekomstbeelden geven aan hoe het landelijke gebied er op een bepaald tijdstip uit zou kunnen zien, rekening houdend met de autonome ontwikkelingen. Ook wordt aangegeven hoe de landbouw, de natuur en de bebouwing zich daarin ontwikkelt en welke technische en bestuurlijke maatregelen daarvoor nodig zijn. Binnen KLIMAP is er - in lijn met de IPCC methodiek - voor gekozen om ook een ‘business as usual’ toekomstbeeld op te nemen. Een toekomstbeeld, waarin vastgehouden wordt aan de huidige inrichting, gebruik en beheer van een gebied.

De toekomstbeelden worden uitgewerkt tot inrichtingsvarianten voor het gebied, kaartbeelden van toekomstig landgebruik, voor bijvoorbeeld 2040 of 2050. Deze inrichtingsvarianten komen tot stand door vanuit beslisregels, maatregelen ruimtelijk te positioneren. Elke inrichtingsvariant levert een ruimtelijk kaartbeeld op met een beschrijving van veranderingen in bodem- en watergebruik. De inrichtingsvarianten vormen een belangrijke input voor het proces van ontwikkelpaden schetsen, waarin de mogelijke routes ernaar toe wordt uitgestippeld met elkaar.

De inrichtingsvarianten kunnen in combinatie met de autonome ontwikkelingen t.a.v. klimaat en economie worden vertaald naar invoerdata voor ruimtelijk gedistribueerde watersysteemmodellen om de effecten op het bodem- en watersysteem in beeld te brengen. Daarbij wordt duidelijk waar de nagestreefde doelen/wensen worden gerealiseerd en waar knelpunten resteren dan wel nieuwe knelpunten ontstaan. Je weet dan waar je bij zou moeten sturen.

 

Enkele lastige begrippen nader toegelicht

Autonoom scenario

Beschrijving (kwalitatief en kwantitatief) van de plausibele bandbreedte in de externe ontwikkelingen van met name klimaatverandering en sociaaleconomische ontwikkelingen in een gebied, wanneer geen nieuw beleid wordt geïntroduceerd, in hun onderlinge samenhang en mogelijke consequenties voor ruimtegebruik en waterbeheer.

Normatief scenario (of droombeeld)

Combinatie van gewenste aanpassingen in het systeem, waarop gestuurd wordt door beleidsmakers. Deze toekomstschetsen geven aan hoe het landelijke gebied er op een bepaald tijdstip uit zou kunnen zien, hoe de landbouw, de natuur en de bebouwing zich daarin ontwikkelt en welke technische en bestuurlijke maatregelen daarvoor nodig zijn.

Verhaallijn

De beschrijving waarin de verschillende elementen van een scenario samenkomen.

Toekomstbeeld

Combinatie van elementen uit de normatieve en autonome scenario's in kwantitatieve, kwalitatieve en/of visuele beschrijvingen.

Oplossingsrichtingen

Combinatie van maatregelen, passend bij een specifieke inrichtingsstrategie voor Nederland. De oplossingsrichting beschrijft in grote lijnen  de oplossingsruimte voor een gebied.

Inrichtingsvarianten

Ruimtelijke weergaven van functies en landgebruik van een oplossingsrichting.