Om te komen tot een veerkrachtig en klimaatrobuust systeem, kan succesvol opschalen en versnellen van innovaties een belangrijke rol spelen. Toch gebeurt het vaak dat deze maatregelen en innovaties vastlopen in de ontwikkelfase of niet van de grond komen buiten de pilot zelf (‘pilot paradox’). Het is dus de uitdaging om van de alternatieve olifantenpaadjes nieuwe routes te maken. Verder moeten we vooraf kunnen vaststellen of deze nieuwe routes misschien leiden tot doodlopende wegen (lock-ins). Dit vraagt samenwerking en een brede kijk: past een maatregel bijvoorbeeld bij de waterbeschikbaarheid van een gebied, nu en in de toekomst?; sluit de innovatie aan bij de bedrijfsvoering?; en welke beleid is van belang voor het opschalen van nieuwe technieken?

Praktijkvoorbeeld

In KLIMAP zijn op meerdere locaties proeven gedaan met regelbare/klimaatadaptieve drainage met subirrigatie. Subirrigatie zorgt op perceelsniveau voor verhoging van het grondwaterpeil en een betere waterbeschikbaarheid in de bodem. Gewassen kunnen hierdoor beter groeien. Dit past bij de behoefte van agrarische bedrijven. Subirrigatie is ook goed in te passen in de bedrijfsvoering. De verwachting was dat opschaling van de maatregel naar gebiedsniveau zou leiden tot efficiënter waterbeheer en verduurzaming van het watergebruik. Door toepassing van subirrigatiesystemen blijkt de watervraag in een gebied echter toe te nemen. Hierdoor is de maatregel alleen toekomstbestendig in gebieden waar de waterbeschikbaarheid niet onder druk staat.

Opschalen en afschalen

Bij het opschalen van innovaties is het nodig om andere praktijken af te schalen. Een bestaande praktijk of technologie moet namelijk ruimte maken voor een (nieuw) alternatief. Het doorgronden van deze verkleiningsprocessen is belangrijk voor het begrijpen van opschaling richting een klimaatrobuuste toekomst. Dit wordt nog (te) weinig beschouwd als centraal punt van onderzoek. Zo betekent opschaling van subirrigatie dat agrariërs minder gebruik gaan maken van beregening. Maar als de waterbeschikbaarheid in een gebied onder druk staat, moet het totaalgebruik van grond- en oppervlaktewater misschien wel worden verminderd. De inzet van subirrigatie sluit hier niet bij aan. Het gesprek over klimaatadaptatie zal dan bijvoorbeeld ook moeten gaan over aanpassing van het huidig landgebruik.    

Meer weten?

Binnen KLIMAP is opschaling vooraf benoemd als een belangrijk thema rondom klimaatadaptatie in de praktijk. Daarom heeft de Radboud Universiteit Nijmegen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar verschillende aspecten van opschaling binnen KLIMAP. Hierbij is gekeken naar de fysieke én sociale aspecten van opschaling. Een vraag onder fysieke aspecten is bijvoorbeeld: is er wel voldoende water beschikbaar als we deze maatregel in een heel stroomgebied toepassen? Bij sociale aspecten van opschaling gaat het om economie, beleid, cultuur en dagelijkse praktijken. Waar mogelijk zijn deze aandachtspunten rond opschaling meegenomen in de menukaart maatregelen van KLIMAP. Het onderzoek heeft ook verschillende deelonderzoeken opgeleverd, uitgevoerd door Master studenten. De belangrijkste inzichten uit het wetenschappelijk onderzoek zijn opgenomen in een Deltafact.

Onderzoek Masterstudenten: