Wat drijft de transformatie vooruit?

Pech met het weer

Beide regio’s zijn onlangs flink getroffen door extreem weer: van verwoestende hagelbuien en stortregens tot overstromingen en droogte. Deze grillige weersomstandigheden hebben pijnlijk duidelijk gemaakt dat de oude aanpak niet meer werkt. Dat stelde het Waterschap bijvoorbeeld ook vast. Het besef drong door dat het huidige systeem haar grenzen heeft bereikt, en dat we dit serieus moeten meenemen in hoe we onze gebieden ontwikkelen.

Politici die durven te transformeren

Verandering is geen prettige boodschap. Wat helpt zijn politici die de noodzaak voor transformatie in beleidstukken noemen, zoals het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en het principe van Water en Bodem Sturend. Specifiek werd de Noord-Brabantse watertransitie ook genoemd als belangrijke beleidsontwikkeling.

Toekomst denken is een trend

Nadenken over de toekomst van een gebied is nodig voor transformatie. Organisaties en programma’s zoals NOVIB, PBL en NL2120 werken aan visies en perspectieven voor de langere termijn. Het is spannend om toekomstscenario's op kaart te zetten en ze concreet te maken. Maar dan is er wel een start voor een diepgaand gesprek met de omgeving.

Samenwerken in het gebied

De uitdagingen zijn te groot voor één organisatie. Overheid, burgers en landbouwers moeten samenwerken om ontwikkeling mogelijk te maken, ook in de context van extreme weersomstandigheden en klimaatverandering. Samen bouwen ze visies, langetermijnperspectieven en programma’s voor het gebied. Transformatie doe je samen en voor de lange termijn. Dat besef leeft.

Waar hapert de transformatie?

Regels, waan van de dag, deadlines

Transformatie is iteratief werken: leren door te doen en voortdurend aanpassen. De traditionele aanpak van verkenning, visie en vervolgens een programma opstellen en uitvoeren werkt niet voor transformatie. Visie wordt gaandeweg gemaakt. Maar mensen ervaren de huidige regelgeving en druk van deadlines als belemmerend. Nationale initiatieven zoals het NPLG stimuleren wel toekomst denken, maar de druk om snel resultaten te leveren beperkt de openheid en lerende houding.

Transformeren moet je aanleren

Wie kan er toekomstperspectieven ontwikkelen? Dat is niet gemakkelijk en is een vaardigheid die niet iedereen al heeft. Hoe betrek je dan iedereen op een gelijkwaardige manier? Het is een groepsproces waarbij sommige mensen anderen inspireren om verder te denken. Zo ontwikkelen bij iedereen de vaardigheden. Het is belangrijk om gezamenlijk een gemeenschappelijk toekomstbeeld te ontwikkelen en flexibel te blijven. Dit kost tijd, vooral vanwege de complexiteit van de opgaven.

Hoe helpt een project, zoals KLIMAP, dan bij gebiedstransformatie?

Er worden nu heel wat projecten opgezet om gebiedstransformatie te stimuleren. Wat moet zo‘n project dan doen om echt bij te dragen aan transformatie? Dit is wat we leerden:

Maak transformatieconcepten helder in vergelijking met wat al in het gebied wordt toegepast.

KLIMAP werkte met onder meer het concept ‘ontwikkelpaden’. Dit concept helpt bij het vormgeven van mogelijke paden voor een klimaatbestendige toekomst en omvat aspecten zoals omgaan met onzekerheid, lange termijn visies en samen beslissingen nemen. Verschillende mensen pikken verschillende elementen uit het concept op, afhankelijk van hun rol en de uitdagingen waarmee ze te maken hebben. Dat betekent ook dat er mensen zijn die weinig meerwaarde zien in het concept ontwikkelpaden, juist omdat ze al vergelijkbare methoden gebruiken (zoals scenario denken). Daarom is het erg belangrijk om met elkaar te praten over het echte nut van het concept in de praktijk. Dat helpt om te bepalen of het concept ook ingebed kan worden in het werken om de transformatie te versnellen.  

Ondersteunen bij het praktisch maken van concepten

Een nieuw concept eigen maken en in de praktijk toepassen vraagt tijd en capaciteit. KLIMAP was betrokken bij fictieve casussen naast de echte gebiedsprocessen om deze niet te verstoren. Het ontwikkelen van nieuwe kennis was voor de financierder een belangrijk aandachtspunt. Toepassen had in ons project daarom ook minder de focus. In de gesprekken geven de mensen aan dat ze hunkerden naar een concreter stappenplan en meer hulp om de concepten praktisch toepasbaar te maken. Ze hebben immers niet de tijd om het zelf allemaal te bedenken. Dit spanningsveld van co-design versus stappenplan moet worden overwonnen in een project zoals KLIMAP om meer impact te hebben op transformatie. Onderzoekers moeten zelf ook lef hebben om concreter te worden.

Maak momenten voor kennisdoorstroom binnen de bredere organisatie en het gebied

Deelnemers aan KLIMAP hadden vaak moeite om de opgedane inzichten binnen hun organisatie uit te dragen. Ook dat vraagt tijd en die zouden ze dan op eigen initiatief moeten vrijmaken. Actieve methoden voor kennisdoorstroming zijn nodig in zo’n project, want het gaat niet vanzelf.  

Leren van andere regio's

Mensen waardeerden het erg om mee te kijken in andere gebieden. Zien dat ook andere gebieden met dezelfde uitdagingen worstelen, bracht een geruststellend gevoel en houvast om verder te gaan met de transformatie. Dit benadrukt de kracht van uitwisseling tussen mensen die in vergelijkbare gebieden werken.

Kortom, de ene regio is verder dan de andere met transformatie. En zo is ook de ene persoon verder dan de andere. Met bovengenoemde inzichten, opgedaan in KLIMAP, kunnen we de transformatie verder versnellen!

Ingrid Coninx, Myrjam de Graaf, Bregje van der Bolt