Voor een goede probleembeschrijving voor klimaatadaptatie is het vanzelfsprekend van belang om ook het systeemgedrag onder extreme omstandigheden te kennen. De gebruikelijke aanpak hiervoor is om te kijken naar wat voor beeld er naar voren komt uit zowel metingen en modelberekeningen voor historisch extreem droge en natte jaren, zoals 2003, 2018, 2019 en 2020 en 2022. Dit is ook in de KLIMAP cases gedaan:
- Binnen de Noordelijke IJsselvallei is gekeken naar de verschillende waterstromen in een droge zomersituatie (Zie onderstaande figuur of voor meer informatie zie hoofdstuk 2 in Samenvatting contextbepaling Noordelijke IJsselvallei).
- In Reusel zijn knelpunten geanalyseerd ten aanzien van de droge stofproductie van de landbouw, de doelrealisatie van de natuur en de hydrologie van het stroomgebied in een extreem droog jaar. Hiervoor zijn verschillende informatiebronnen en metingen gebruikt, waaronder gegevens van WPR-OT project “Boerderij van de Toekomst” en de medewerking van de Brabantse boerderij van de toekomst. Voor meer informatie zie het bericht over Reusel Bovenstrooms.
- De LIWA studie heeft zowel naar droge en extreem droge jaren gekeken en hiervoor zijn berekeningen beschikbaar, zie het eindrapport van casus Noord-Limburg.
Voor de Chaamse Beken is onder andere met de Waterwijzer Landbouw berekend wat het effect was van een zeer nat en een zeer droog jaar op de opbrengstderving in de landbouw (zie onderstaande figuur). Ook is bij het berekenen van maatregelen nagegaan wat hiervan de effecten zijn op het watersysteem en de landbouwopbrengst in een extreem nat en een extreem droog jaar.