De routekaart maakt het mogelijk om van grof naar fijn te werken. Dit betekent dat stappen van de routekaart vaker doorlopen kunnen worden. Blijf bijvoorbeeld niet hangen in het doorgronden van de context van een gebied, maar besteed ook vroeg in proces aandacht aan het delen van belangen, waarden en (toekomst)beelden. Maak dan al snel de stap naar het schetsen van ontwikkelpaden. Als gaandeweg blijkt dat belangrijke inzichten ontbreken, dan kunnen deze later concreter worden uitgezocht of doorgerekend. Eventuele nieuwe inzichten helpen vervolgens weer om de geschetste routes waar nodig bij te stellen.