Huidige landbouwbedrijven moeten perspectief aangeboden krijgen zodat hun bedrijf, al dan niet op een andere manier, kan blijven voortbestaan. De economische duurzaamheid van een bedrijf kan vanaf twee kanten benaderd worden: subsidies en autonoom. Landbouwbedrijven hebben de potentie om veel diensten te leveren naast het produceren van voedsel, zoals natuurbeheer en weidevogelbeheer. Voor het leveren van deze diensten kunnen ze subsidies ontvangen. Voor de casus Noord-Limburg zijn per deelgebied enkele voorbeelden van bestaande subsidies op een rij gezet die boeren kunnen ontvangen voor het leveren van deze diensten. Bovendien zijn er een aantal nieuwe subsidies bedacht die opgezet kunnen worden om andere aspecten van duurzaamheid, natuur en/of klimaat te bevorderen. Daarnaast kan het voorkomen dat een boer onafhankelijk (“autonoom”) wil zijn van subsidies. Hiervoor is gekeken naar voorbeelden van diverse mogelijkheden per deelgebied. Deze voorbeelden dienen ter inspiratie en zijn opgedeeld in twee groepen: productie en neveninkomsten en alternatieve inkomstenbronnen. Onder de groep productie vallen de activiteiten waarbij er een tastbaar, verhandelbaar product wordt gemaakt, zoals voedsel of energie. Onder de groep neveninkomsten en alternatieve inkomstenbronnen vallen de mogelijkheden die niet met productie te maken hebben, zoals educatie- en recreatiemogelijkheden toepassen op het bedrijf. Zie de brochure voor inspirerende verdienmodellen voor een klimaatbestendig gebied.