In voorafgaande studies aan KLIMAP is veel onderzoek gedaan naar allerlei maatregelen die op bedrijfsniveau kunnen worden toegepast om water dat lokaal valt beter te kunnen benutten en om water te besparen. De Regioscan Zoetwatermaatregelen biedt de mogelijkheid om de effectiviteit en toepasbaarheid van deze maatregelen voor een gebied bestaande uit vele bedrijven te verkennen. Binnen het casus Noordelijke IJsselvallei is het instrument toegepast en geëvalueerd. In een workshop en interne analyse binnen waterschap Vallei en Veluwe is bekeken of maatregelen, zoals beregening, slootbodemverhoging en drainage- en infiltratiesystemen mogelijk interessant zijn t.a.v. water vasthouden en/of water besparen (zie het rapport: Bruikbaarheid bestaande grofstoffelijke scenario's voor de Noordelijke IJsselvallei). Dit instrument beoogt waterbeheerders inzicht te geven in de ruimtelijke variatie van (1) de kosten en baten van lokale zoetwatermaatregelen, en (2) de kansrijkheid van deze maatregelen gegeven deze kosten en baten. Daarnaast geeft het instrument inzicht in het perspectief van deze maatregelen in een regio als geheel en met het oog op de zoetwateropgave en eventueel andere opgaven.

Uit de analyse kwamen een aantal sterke punten naar voren, zoals regioscan is zeer geschikt om in een eerste fase te kijken welke maatregelen effectief kunnen zijn in een gebied. Voor toekomst scenario’s kan nu al gebruik worden gemaakt van DPZW scenario Stoom. Met het oog op subsidiëren zag het waterschap extra potentie in deze tool om snel te kunnen analyseren of een maatregel in een bepaald gebied goed zou kunnen werken. Ook zijn een aantal verbeterpunten genoemd ten aanzien van het uitbreiden van het instrumentarium met achtergrond documentatie (nu al aanwezig in achtergrond document) en nieuwe typen maatregelen waaronder landgebruiksveranderingen.

De vraag ‘Hoe lang zijn de huidige landgebruiksfuncties nog houdbaar?’ wordt vaak gesteld in discussies ten aanzien van klimaat adaptatie. In de casus Noord-Limburg is onderzocht welke landgebruiksfuncties vanuit hydrologisch perspectief nog – redelijkerwijs – kunnen wordt gefaciliteerd. Om de keuze voor een ander landgebruik te onderbouwen, zijn aan de hand van hydrologische beslisregels kaarten opgesteld waarin wordt duidelijk gemaakt waar welke landgebruikstypen worden ondersteund vanuit het grondwatersysteem voor de toekomst. Dit is binnen deze KLIMAP case dan gedefinieerd als klimaatrobuust. Voor meer informatie zie hoofdstuk 3.3 in het eindrapport van casus Noord-Limburg