Deze vraag wordt in het waterbeheer in Nederland steeds vaker gesteld omdat duidelijk wordt dat het huidige systeem niet altijd even goed bestand is tegen de steeds vaker voorkomende weersextremen met daarbij ook pieken in watervraag.

Stap 3 Leidende vraag 2

Het is daarom goed om af en toe op gebiedsniveau (typisch op de hydrologische eenheid van een beeksysteem inclusief flanken en hoge gronden) te kijken of een fundamenteel andere configuratie van landgebruik, wateraanvoer, drainage (waterlopen, afvoerprofielen) en grote onttrekkingen de veerkracht fundamenteel kan verhogen. Uiteraard zal dit consequenties hebben voor de huidige landgebruiksfuncties. Het is daarom van belang hierbij een gefaseerde aanpak te volgen waarbij eerst de uitersten voor systeemingrepen wordt verkend en vervolgens gedetailleerder word gekeken naar een lokale invulling. Bijvoorbeeld voor de Chaamse beken is er met het regionale grondwatermodel (Modflow6+MetaSWAP) gekeken naar het weghalen van detailontwatering (volledig of in bufferstroken rondom natuur), het verhogen van de drainagebasis en het stopzetten van de drinkwaterwinning en wat dit in eerste instantie betekent voor het watersysteemgedrag (grondwaterstanden, kwel/wegzijgingen en afvoerregime+ waterkwaliteit). Vervolgens is ook nagegaan (met waterwijzers landbouw en natuur) wat de effecten zijn voor landbouw en natuur maar ook welke gewassen en natuurwaarden het beste samengaan met zo’n natuurlijker hydrologisch systeem. De analyse gaf een goed inzicht in wat met vernatting wel (hogere grondwaterstanden en kwelfluxen) en niet (hogere beekafvoeren in de zomer) kan worden bereikt in het gebied. Tegelijkertijd, moet er een slag om de arm worden gehouden wat vanwege mogelijke beperkingen van de toegepaste modellen.

Naast aanpassingen van het watersysteem is ook steeds meer nadruk komen te liggen op het verminderen van de watervraag door individuele gebruikers en tenslotte ook vanuit het hoofdwatersysteem aan het regionale watersysteem. In de casus van de Noordelijke IJssel stond de vraag centraal hoe het gebied zonder wateraanvoer vanuit de IJssel zou kunnen functioneren. De ontwikkelpaden die hiervoor zijn opgesteld bevatten daartoe maatregelen als  meer water vasthouden, landgebruiksverandering en hergebruik van RWZI-effluent.