Definitie van het systeem
We beginnen deze stap met het definiëren van 'het systeem'. Gezamenlijk wordt vastgesteld welke aspecten we wel en niet meenemen. Het gaat dan onder meer om:
- het fysieke domein (zie ook de elementen van de fysieke leefomgeving in het figuur hiernaast, afkomstig uit Projectplan NOVI, Fase 2):
- oppervlaktewater (hoofdwatersysteem, alle waterschapssloten of ook boerensloten)
- grondwater (freatisch, diepere lagen)
- alleen buitengebied of ook stedelijk
- selectie van sectoren (landbouw, natuur, recreatie, wonen, ...)
- het schaalniveau:
- perceel
- polder of peilvak
- stroomgebied
- provincie
- ...
- de thematiek:
- wateroverlast
- waterbeschikbaarheid
- waterkwaliteit, verzilting
- natuurontwikkeling
- verdienvermogen
- ...
Systeembeschrijving
Nadat het systeem met elkaar is gedefinieerd, worden de verschillende lagen van het systeem beschreven. Het Rathenau Instituut heeft hierover een rapport uitgebracht: ‘Voorbij lokaal enthousiasme, Lessen voor de opschaling van living labs’. Dit rapport vormt de basis voor onze aanpak.
Laag 1: Fysieke laag
Deze laag start vanuit de tastbare en fysieke werkelijkheid, en is erop gericht om vanuit zowel het natuurlijk systeem (abiotisch en biotisch) de verbinding te leggen naar de meer antropocentrische ontwikkelingen (functies en netwerken). Voorbeelden van informatie zijn: bodem, hoogte, water, natuur, netwerken, landgebruik en landgebruikstypen.
Laag 2: Sociaal-cultureel en economisch
Hierbij gaat het over de sociaal-maatschappelijke aspecten in het gebied en hoe deze bijdragen aan de waarden van het gebied. Het is belangrijk om een beeld te krijgen van deze sociaal culturele en maatschappelijke- economische aspecten. Voorbeelden van informatie zijn: sectoren die in het gebied actief zijn, grondposities (kadastraal/globaal), demografie, bevolkingsdichtheid, actoren en gemeenschappen in het gebied (stakeholder analyse!)
Laag 3: Technologie
Deze laag is erop gericht inzicht te krijgen in de huidige wijze waarop technologie wordt gebruikt in het gebied om de opgaven aan te pakken. Technologie is nodig om een integraal inzicht te krijgen in mogelijkheden voor het gebied (Ahlborg et al. (2019), Depietri and McPhearson (2017)). Voorbeelden van informatie zijn: gebruikte technieken bij de invulling van het water-, bodem en natuurbeheer, en in de landbouw.
Laag 4: Beleid en regulering
In deze laag gaat het om welke regulering er rond welke opgave bestaat en welke ontwikkelingen hier bij horen.