Zomers worden droger en winters worden warmer. Op melkveeproefbedrijf De Marke is binnen het project KLIMAP een veldproef met winterrogge aangelegd om te onderzoeken of deze teelt het ruwvoerproductieverlies door droogte in de zomer kan compenseren, de mineralenefficiëntie kan verbeteren en stikstofverliezen kan verminderen.

Korte omschrijving locatie

De winters worden warmer en de verwachting is dat met het in- en doorzaaien van wintergranen de ruwvoerproductie vroeg in het jaar verhoogd kan worden. In de praktijk wordt dit al steeds vaker toegepast. Ook De Marke in Hengelo (Gld) heeft veel ervaring met andere gewassen dan gras en snijmaïs. De vraag is of dit daadwerkelijk op jaarbasis de productie per jaar vergroot. Daarom worden op De Marke een aantal interessante toepassingen van wintergraan onderzocht. De te beantwoorden vragen zijn bijvoorbeeld wat de slagingskans van doorzaaien is, hoe je doorzaai praktisch kun uitvoeren, wat het watergebruik en de beregeningsbehoefte van het gewas is en het effect op nitraatuitspoeling.

Welke maatregel(en) wordt/worden onderzocht?

In deze veldproef is onderzoek gedaan naar de volgende maatregel uit de KLIMAP menukaart:

 A2.6 Toepassing wintergewassen als dekvrucht en/of vanggewas

Download hier de factsheet van dit veldonderzoek.

Doel van de veldproef

Het kwantificeren van de opbrengsten en voederwaardes bij verschillende toepassingen van winterrogge in het perspectief van de melkveehouderij.

Hypothese

De winters worden warmer en de zomers droger. De verwachting is dat met het toepassen van wintergranen de ruwvoerproductie vroeg in het jaar verhoogd kan worden en de mineralenefficiëntie is te verbeteren, waardoor de uitspoeling van stikstof (N) naar het grondwater vermindert. De extra productie vroeg in het voorjaar kan productieverlies door droogte in de zomer compenseren.

De vraag is in welke mate een wintergraan de productie verhoogt, of het van voldoende kwaliteit is voor de productie van melk, wat de invloed is op het volggewas en in hoeverre het de N-benutting uit de bodem beïnvloedt. Op zandgronden wordt winterrogge op grote schaal toegepast als vanggewas na snijmaïs of andere akkerbouwmatige teelten. De bladgewasvariant kan tevens benut worden als ruwvoer.

Omschrijving

In 2021-2022 is de teelt van winterrogge onderzocht. Het experiment met de toepassing van winterrogge bestond uit drie deelproeven:

  1. Blijvend grasland doorzaaien met winterrogge (gras na gras)
  2. Winterrogge als dekvrucht voor nieuw ingezaaid grasland na snijmaïs (gras na maïs)
  3. Winterrogge als vanggewas (maïs na maïs)

Locatie

Agro-innovatiecentrum De Marke (Hengelo GLD)

Uitvoering onderzoek

Per deelproef werd de drogestof- en N-opbrengst bepaald en zijn de voederwaardekenmerken geanalyseerd. De proeven zijn uitgevoerd in drie herhalingen en bij één bemestingsniveau. Alleen voor winterrogge als vanggewas is de minerale N in de bodem (Nmin) onderzocht. In 2021 zijn twee variëteiten van rogge onderzocht, namelijk een gangbare winterrogge en een commerciële variant de zogenaamde Snelle lenterogge. Winterrogge als vanggewas werd of vroeg in het voorjaar ondergewerkt (gangbaar) of geoogst voor het inzaaien van de volgteelt. De volgteelten waren snijmaïs of sorghum, waarbij sorghum later werd gezaaid.

Resultaten

Lees meer over de resultaten van deze veldproef in de factsheet.

Conclusies

Het toepassen van winterrogge is een klimaatadaptieve en milieuvriendelijke maatregel door benutting van vocht en N in het vroege voorjaar. Winterrogge als dekvrucht liet een hoge opbrengstpotentie in het voorjaar zien, al was deze in het tweede jaar groter dan in het eerste jaar. In het tweede jaar werd de eerste snede tien dagen eerder in het voorjaar geoogst dan in het eerste jaar, waardoor de vroege groei van winterrogge meer tot uitdrukking kwam. Voor doorzaaien van winterrogge is de hoge opbrengstpotentie er ook, maar aandacht voor de doorzaaitechniek is nodig. Essentieel is dat winterrogge voor 1 oktober gezaaid wordt. Bij een hoog opbrengstniveau is de voederwaarde van winterrogge relatief laag vergeleken met die van Engels en Italiaans raaigras. Wel kan het de totale voederwaardeopbrengst van de eerste en tweede snede verhogen, wanneer zware sneden worden vermeden (< 5 ton droge stof per ha). Winterrogge als voorgewas gaf alleen bij een vroege oogst (voor snijmais) een hogere voederwaardeopbrengst dan Engels en Italiaans raaigras, echter het verschil met Italiaans raaigras was klein. Een voorgewas geeft een aanzienlijk risico op vermindering van drogestof- en zetmeelopbrengst van snijmais (2022). Een voorgewas compenseerde weliswaar het verlies aan drogestofopbrengst, maar niet het verlies aan voederwaardeopbrengst (2022). Sorghum is nog een opbrengst onzeker gewas. Voor deze teelt is een voorgewas noodzakelijk om de relatief lage opbrengst enigszins te compenseren. Veredeling op verteerbaarheid en essentiële voederwaarde kenmerken zou de meerwaarde van winterrogge als ruwvoer sterk vergroten. Beregenen van Engels en Italiaans raaigras tijdens droogte in het voorjaar (droogtegevoelige zandgrond) gaf een relatief hoge opbrengstverhoging en ook beregenen van snijmais en sorghum was effectief. Door de opbrengstverhoging verlaagde de hoeveelheid Nmin in de bodem, waardoor het risico op nitraatuitspoeling vermindert.

Verdere informatie

Veldproef met wintergraan op droge zandgrond voor klimaatadaptatie - WUR

Video

In onderstaande video (gemaakt op 29 maart 2021) wordt de proef kort toegelicht.

 Wintergraan in De Marke