Zomers worden droger en winters worden warmer. Op melkveeproefbedrijf De Marke is binnen het project KLIMAP een veldproef met winterrogge aangelegd om te onderzoeken of deze teelt het ruwvoerproductieverlies door droogte in de zomer kan compenseren, de mineralenefficiëntie kan verbeteren en stikstofverliezen kan verminderen.

Korte omschrijving locatie

De winters worden warmer en de verwachting is dat met het in- en doorzaaien van wintergranen de ruwvoerproductie vroeg in het jaar verhoogd kan worden. In de praktijk wordt dit al steeds vaker toegepast. Ook De Marke in Hengelo (Gld) heeft veel ervaring met andere gewassen dan gras en snijmaïs. De vraag is of dit daadwerkelijk op jaarbasis de productie per jaar vergroot. Daarom worden op De Marke een aantal interessante toepassingen van wintergraan onderzocht. De te beantwoorden vragen zijn bijvoorbeeld wat de slagingskans van doorzaaien is, hoe je doorzaai praktisch kun uitvoeren, wat het watergebruik en de beregeningsbehoefte van het gewas is en het effect op nitraatuitspoeling.

Welke maatregel(en) wordt/worden onderzocht?

 A2.6 Toepassing wintergewassen als dekvrucht en/of vanggewas

Doel van de veldproef

 Doel van de veldproef is om te onderzoeken of met toepassing van winterrogge het verlies van grasproductie door droogte in de zomer kan worden gecompenseerd.

We hopen met de wintergraantteelt de ruwvoerteelt meer over het jaar te verdelen en zo het productieverlies in de zomer door droogte te compenseren. Het waterbeheer, het totale watergebruik van de combinatie van gewassen en de verlaging van de druk op het watergebruik in de zomer is een belangrijk aspect in het onderzoek. Ook meten we het minerale stikstof in de bodem (Nmin) om het effect op nitraatuitspoeling te kunnen schatten.

Beknopte omschrijving aanpak

In september 2020 is een veldproef gestart, waarin winterrogge wordt toegepast als dekvrucht na het inzaaien van gras in het najaar. Een dekvrucht wordt tegelijk of direct na het hoofdgewas ingezaaid. Wintergraan heeft een opener structuur dan gras en groeit sneller bij lagere temperaturen. Daardoor vormt het een gunstig (micro) groeiklimaat voor gras en beschermt het tegen onkruid. Dit kan zowel de slagingskans van nieuw gras als de ruwvoerproductieverhogen.

Tweede toepassing in de veldproef is de winterrogge als vanggewas te oogsten voor het opnieuw inzaaien van mais of sorghum, als vormen van dubbelteelten. Een nieuwe toepassing is winterrogge in het najaar door te zaaien in blijvend grasland. Na weiden of maaien van de eerste snede in het voorjaar zal winterrogge weer verdwijnen. Samengevat zijn de toepassingen als volgt:

  1. Wintergraan als dekvrucht voor nieuw ingezaaid grasland na snijmaïs
  2. Wintergraan als vanggewas (in maïs-maïs situatie)
  3. Blijvend grasland doorzaaien met wintergraan

De proef wordt uitgevoerd in drie herhalingen bij één bemestingsniveau. Als wintergraan worden twee variëteiten van rogge ingezet, een winterrogge en een snelle lente rogge. Als vanggewas worden de rogges vergeleken met Italiaans raaigras. Dit is een veelgebruikte groenbemester en een ruwvoergewas. Om het effect te meten wordt ook de opbrengst van de volgteelt bepaald. De vanggewassen worden of vroeg in het voorjaar ondergewerkt (gangbaar) of geoogst voor het inzaaien van de volgteelt. De volgteelten zijn snijmaïs of sorghum, waarbij sorghum later gezaaid wordt. Wanneer vanggewassen in het voorjaar langer doorgroeien en geoogst worden, wordt veel water onttrokken. Dat kan nadelig zijn voor de volgteelt. Daarom wordt ook als extra behandeling wel en geen beregening toegepast.

Eerste Resultaten

De productie van rogge als vanggewas was aanmerkelijk hoger dan van Italiaans raaigras. Het combineren van rogge met Italiaans en snelle lenterogge verhoogden de opbrengst eveneens. Bij een vroege oogst, voor het inzaaien van snijmaïs, was dit voor Italiaans iets lager en voor snelle lenterogge iets hoger dan voor rogge. Bij een latere oogst, voor het inzaaien van sorghum, verhoogde de productie aanzienlijk, vooral voor rogge en snelle lenterogge. Zie onderstaande grafiek. 

 DeMarke resultaten 2020 1

Niet alleen de biomassa, maar vooral de voederwaarde van biomassa is voor veehouders van belang in de waardering van een vanggewas als voedermiddel, met in het bijzonder de ruw eiwitproductie. Ondanks de hoge productie, gaf het oogsten van rogge als voedergewas eind mei te weinig toegevoegde waarde door de relatief lage voederwaarde.

Het toevoegen van rogge aan Italiaans raaigras gaf wel een opbrengstverhoging, maar geen verhoging van de kwaliteit van het geoogste product. Het door laten groeien van Italiaans raaigras tot eind mei leverde wel een hoge voederwaardeopbrengst op, maar de stikstof- en eiwitopbrengst viel tegen.

Gezien de opbrengstpotentie van winterrogge is er behoefte aan variëteiten waarbij de opbrengst en voederwaarde zodanig in balans zijn dat deze aansluiten bij de behoefte van de melkveehouder.

Bij het doorzaaien van bestaand grasland met rogge was het opbrengstverhogende effect relatief beperkt. Zie onderstaande grafiek.  

 DeMarke resultaten 2020 2

Mogelijk was het effect groter geweest bij een grotere zaaizaadhoeveelheid. Het doorzaaien met lenterogge gaf minder spreiding in opbrengsten. 

Ondanks het geringe aandeel graan liet Rogge wel potentie zien voor opbrengstverhoging en extra stikstofopname. De stikstofopbrengst van de Lenterogge was 20 kg per ha minder dan van de andere twee behandelingen. Ook de voederwaarde van de Lenterogge was lager dan van de andere behandelingen, waardoor deze variant geen meerwaarde lijkt te hebben.

Video

In onderstaande video (gemaakt op 29 maart 2021) wordt de proef kort toegelicht.

 Wintergraan in De Marke