Wateraanvoer, in combinatie met regelbare drainage, wordt gezien als belangrijke maatregel om droogteschade tegen te gaan en de hoeveelheid beregening uit grondwater te verminderen. De bijdrage van wateraanvoer aan de gewasverdamping en gewasopbrengst is nog onvoldoende bekend. Met deze proef proberen we daar in KLIMAP antwoord op te geven. De proef wordt uitgevoerd op een perceel van een graszodenbedrijf in Vinkel. 

IrrigatieEnBeregeningVinkelKorte omschrijving locatie  

Wateraanvoer, in combinatie met regelbare drainage, wordt gezien als belangrijke maatregel om droogteschade tegen te gaan en de hoeveelheid beregening uit grondwater (en beregeningskosten) te verminderen. De bijdrage van wateraanvoer aan de gewasverdamping en gewasopbrengst is nog onvoldoende bekend. Met deze proef proberen we daar in KLIMAP antwoord op te geven. De proef wordt uitgevoerd op het perceel van de heer Steenbergen. Dit is een graszodenbedrijf gelegen te Vinkel. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Waterschap Aa en Maas. 

Welke maatregel(en) wordt/worden onderzocht?  

In deze veldproef doen we onderzoek naar de volgende maatregel uit de KLIMAP menukaart:

C1.7 Sub-irrigatie uit oppervlaktewater, regelbare drainage, greppelirrigatie, beregening 

Doel van de veldproef  

Verkennen van het watergebruik voor aanvullende watervoorziening via beregening, greppels en een regelbaar drainage-infiltratie systeem. Het unieke is dat verschillende methodes van wateraanvoer binnen één bedrijf en voor één type teelt worden onderzocht. De belangrijkste vraag is wat de effecten zijn op het bodemvocht, op de grondwaterstand en indirect op de grasgroei. De verwachting is dat wateraanvoer via greppels tijdens droogte weinig effectief is. Een regelbaar drainage-infiltratie systeem heeft op korte termijn een groter waterverbruik, maar op langere termijn een iets kleiner watergebruik dan haspelberegening. 

Beknopte omschrijving aanpak 

Er worden drie proeven uitgevoerd, namelijk één voor haspelberegening, één voor subirrigatie via drainagebuizen en één voor infiltratie via greppels. Voor al deze proefvakken probeert Dhr. Steenbergen zijn graszoden zo goed mogelijk te krijgen en voor al deze drie proeven wordt de hoeveelheid aangevoerd water gemeten. Dit gebeurt voor de greppelproef en de subirrigatieproef middels een debietmeter en de hoeveelheid beregening middels haspels wordt automatisch geregistreerd door de vaste sproeiinstallatie. Daarnaast zijn er grondwaterpeilbuizen, bodemvochtmeters en oppervlaktewatermeetpunten geplaatst en zijn bodembeschrijvingen gemaakt. De proef is volledig operationeel sinds april 2021, de metingen komen continu binnen en worden automatisch gecontroleerd op storingen en er is wanneer nodig overleg met agrariër. 

Eerste resultaten 

De data van de zomer van 2021 zijn geanalyseerd. Hier kunnen nog geen conclusies uit worden getrokken. Deze analyse heeft ertoe geleid dat het meetnet en de methode van het interpreteren hiervan is aangescherpt. De analyse zal uitgebreid worden met bodemvochtmodellen (SWAP) en grondwatermodellen.