De eerste stap is het bepalen van de context van het gebied. In deze stap beschrijf je de fysieke en sociaal-maatschappelijke leefomgeving en de vraagstukken die er zijn. Zijn er problemen met aanvoer of afvoer van water? Zijn er wensen voor ander ruimtegebruik voor woningbouw, landbouw of natuur? 

Het doel van deze stap is om:

  • het 'systeem’ van het gebied in kaart te brengen. Met ‘systeem’ bedoelen we de fysieke leefomgeving van het gebied (bijvoorbeeld ondergrond, gebouwde omgeving, waterhuishouding), maar ook de bestuurlijke, economische en sociaal-culturele kenmerken van het gebied (bijvoorbeeld samenstelling bevolking, type landbouwbedrijven, samenwerkingsverbanden)
  • een overzicht te maken van de belangrijkste ontwikkelingen die van invloed zijn op de manier waarop we in het gebied omgaan met ruimte, bodem en water, zoals klimaatverandering en bevolkingsgroei, en het identificeren van mogelijke kansen en conflicten
  • een overzicht te maken van de belanghebbenden die een rol spelen in de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied (bijvoorbeeld inwoners, natuurbeheerders, agrariërs, overheden)
  • inzicht te krijgen in hoe belanghebbenden de vraagstukken over klimaatadaptatie zien, en wat hun wensbeelden en ambities zijn voor het gebied.

Deze stap zorgt ervoor dat er inzicht is in de kenmerken van het gebied, de ambities van de belanghebbenden, en in de ontwikkelingen die van belang zijn voor het op elkaar afstemmen van het watersysteem en het grond- en watergebruik.

In de proefgebieden Noord-Limburg en Noordelijke IJsselvallei is de systeembeschrijving uitgewerkt, waarin de context van het betreffende gebied is beschreven. 

In een latere fase van het project wordt op deze plek een overzicht gegeven van nuttige tools en bronnen die in deze stap van de routekaart kunnen worden toegepast. Tevens vind je hier verwijzingen naar websites waar meer informatie te vinden is van de betreffende tools en bronnen.

 

In deze stap van de routekaart werken we toe naar een systeembeschrijving van het gebied in kwestie. Om een dialoog te starten met de actoren in een gebied is het namelijk belangrijk om een gezamenlijke kennisbasis te hebben. Een overzicht van gebiedsopgaven, relevante ontwikkelingen en systeemgedrag. Dit gebeurt aan de hand van beschikbare informatie (zoals literatuur, beleidsstukken, data en modelconcepten). Belangrijk hierbij is dat niet alleen aandacht is voor de fysieke laag (beschrijving van de fysieke ruimte), maar ook voor de technologische, institutionele, sociaal-culturele en economische lagen.